De gemeente ziet zich de komende jaren gesteld voor een majeure autonome ontwikkeling; de invoering van de Omgevingswet. Per medio 2019 #worden 26 wetten op het gebied van de fysieke leefomgeving samengevoegd in deze ene wet. De Omgevingswet vormt vanaf dan het juridisch kader voor het bevorderen en in stand houden van een kwalitatief goede en gezonde fysieke leefomgeving.
Hilversum onderschrijft de doelen van de wet: het vereenvoudigen en versnellen van ruimtelijke procedures voor burgers en bedrijven en meer ruimte te geven aan de samenleving. Dit sluit ook aan bij de Hilversumse ambitie meer ‘van buiten naar binnen’ te werken.
De impact van de stelselherziening is fors. Het raakt de hele organisatie én uiteindelijk ook de samenleving. Daarom is de gemeente zich, net zo als alle andere overheden, nu al aan het voorbereiden op de invoering van de Omgevingswet. De implementatie wordt in organisatie programmatisch opgepakt en verloopt via drie hoofdpijlers: Instrumentarium op orde, bedrijfsvoering (inclusief digitalisering) op orde en cultuur(houding en gedrag) op orde. Daarmee zijn de prestaties en activiteiten verweven door alle begrotingsprogramma’s.
In de pijler “Instrumentarium op orde” ligt in 2018 de focus op de omgevingsvisie en het omgevingsplan. In dit jaar doorlopen we een intensief traject –waarbij we actief participeren met vele partijen buiten en binnen de organisatie- om te komen tot een nieuwe Omgevingsvisie. Het vaststellen van deze visie vindt plaats eind 2019. Daarnaast zetten we in 2018 een koers uit voor het opstellen van het Omgevingsplan én benutten we dit jaar om te experimenteren met de wet- en regelgeving die in dit instrument terecht gaat komen. Concreet aan de slag is voor het Omgevingsplan de beste aanvliegroute. De essentiële vraag “Wil je een beheersmatige of een flexibele gemeente zijn?” moet in dit kader worden beantwoord en kan alleen door “learning by doing” worden beantwoord. Dit is een intensief traject.
De stelselherziening heeft consequenties voor de bedrijfsvoering. Initiatiefnemers en belanghebbenden ( burgers en professionals) krijgen op een andere manier met de gemeente te maken. Bijvoorbeeld omdat procedures wijzigen (verkorten), omdat er minder vergunningplichtige activiteiten zullen zijn en omdat (burger)participatie aan de voorkant van projecten een verplicht karakter krijgt. De organisatie zal daarom in 2018 de relevante werkprocessen herontwerpen. Ook de wijze van de samenwerken met onze ketenpartners zoals de regio, de omgevingsdienst, de GGD en de Veiligheidsregio hoort hierbij. Daarnaast bereiden we in 2018 zo veel als mogelijk voor op het gebied van digitalisering, zodat op het moment van in werking treding van de wet en het daarbij horende Digitale Stelsel Omgevingswet, de basis van de gegevens- en informatievoorziening op orde is.
In 2018 leveren we een forse investering als het gaat om de pijler Cultuur (houding en gedrag). “Ja, mits”, “ van buiten naar binnen”, van toetser naar adviseur, integraal, doelgericht en vertrouwen; deze termen moeten uiteindelijk onderdeel zijn van ons DNA. In 2018 maken we hiermee een begin. Dit doen we door pilots op te zetten en TestLabs en informatie- en inspiratiebijeenkomsten te organiseren in alle lagen van de organisatie. Resultaten uit deze werkmethoden gebruiken we om – ook samen met de raad- te werken aan het formuleren van spelregels voor de “Participatieplicht Omgevingswet”. En de resultaten vormen een bouwsteen voor een onderzoek dat we in 2018 gaan uitvoeren om begrippen als “delegatiemogelijkheden”, “rolneming” en “noodremprocedures” te concretiseren.