Inleiding

De paragraaf bedrijfsvoering is een verplichte paragraaf volgens het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV; art 9 lid 2 sub e). De paragraaf moet “ten minste inzicht [geven] in de stand van zaken en de beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering” (BBV art 14).
De term ‘bedrijfsvoering’ verwijst naar de inzet van bedrijfsmiddelen om de bedrijfsdoelen te behalen. Die bedrijfsmiddelen zijn: personeel, informatie, organisatie, financiën, automatisering, communicatie en huisvesting (‘PIOFACH’). Volgens de toelichting op het BBV dienen al die bedrijfsvoeringsapecten in de paragraaf te worden behandeld en moet er bovendien “een relatie [..] worden gelegd met het uitvoeren van de programma’s in het programmaplan.” (Toelichting op het BBV, artikel 14, Staatsblad 2003 nr 27, p. 58).

Omdat deze begroting betrekking heeft op 2018, moet zij niet alleen voldoen aan de eisen van het BBV, maar ook aan de eisen van de nieuwe financiële verordening van de gemeente Hilversum, die per 1 januari 2018 van kracht wordt. Volgens die verordening (art 19 lid 3) moet de paragraaf bedrijfsvoering tenminste de volgende informatie bevatten:

    1. de omvang, opbouw en ontwikkeling van het personeelsbestand en de loonkosten;
    2. de kosten van inhuur derden;
    3. de huisvestingskosten;
    4. de automatiseringskosten;
    5. de budgetten voor de raad, de griffie, de rekenkamer en de accountant.

Deze paragraaf is als volgt opgebouwd:
In de onderdelen 'Personeel' tot en met 'Automatisering' bespreken we de beleidsmatige kant van de bedrijfsvoering. Kort gezegd: we behandelen de doelen op het gebied van bedrijfsvoering in 2018, en de acties die daarbij horen. Dit doen we systematisch, door de PIOFACH-aspecten langs te lopen.
In de laatste drie onderdelen van de paragraaf presenteren we de cijfermatige informatie die de nieuwe financiële verordening verplicht stelt, en lichten die toe.