Privacy en informatiebeveiliging
Als gevolg van de Europese privacywetgeving van mei 2016 moet onze organisatie in 2018 een onafhankelijke ‘privacy officer’ hebben. Vooruitlopend op de wetgeving hebben we deze rol voor de jaren 2016 en 2017 tijdelijk ingevuld, om daarmee een verbeterslag te kunnen maken en ons goed voor te kunnen bereiden op deze nieuwe wetgeving. In 2017 gaan we ons inzetten om samen met de regiogemeenten deze functie structureel in te vullen. Dit maakt een fulltime functie mogelijk en vergroot de gewenste onafhankelijkheid van de functionaris. Mocht regionale invulling niet slagen, dan vullen we de rol binnen onze organisatie in.
In 2016 hebben we door middel van workshops, phishing tests en mystery guests een proef gedaan met het voeren van een uitgebreide bewustwordingscampagne informatieveiligheid en privacy. Op basis van de positieve ervaringen hieruit en de noodzaak om scherp te blijven op deze onderwerpen, hanteren we deze initiatieven vanaf 2017 als een structurele activiteit. Hiertoe is met Begroting 2017 een budget gereserveerd voor informatieveiligheid: voor de inhuur van de functionaris, de bewustwordingscampagne en de jaarlijks uit te voeren (externe) audits.
In 2018 laten we enkele van de in 2017 ingevoerde technische beveiligingsmaatregelen testen. De in de periode van april 2018 tot april 2019 te behalen doelen met betrekking tot informatiebeheer en informatieveiligheid werken we uit in het eerste kwartaal van 2018 (in overeenstemming met de Archiefverordening 2013 en het Informatiebeveiligingsbeleid 2015-2018).
Inzicht in vastgoed
Op 7 juni 2017 heeft de raad een amendement aangenomen dat stelt dat er een Plan van Aanpak moet komen voor de implementatie van alle aanbevelingen voortkomend uit het ‘Rekenkameronderzoek Vastgoedbeheer’ dat op 26 april is gepubliceerd. Deze aanbevelingen sluiten aan bij de doelstellingen van het project Basis Op Orde, waar het team Vastgoed & Installaties eerder in 2017 mee is gestart. In het kader van deze paragraaf is met name de vijfde aanbeveling relevant: “de vastgoed- en financiële informatie in [..] een [..] Vastgoed Management Informatiesysteem op orde te brengen en [..] daarvoor de benodigde capaciteit beschikbaar te stellen”.
Het doel van het project Basis Op Orde is het vastgoedbeheer zo in te richten dat (1) de kans op fouten kleiner wordt (risicomanagement), (2) er op eenvoudige wijze (weinig handelingen) betrouwbare vastgoedrapportages gemaakt kunnen worden voor het bestuur; (3) er op basis van inzicht gestuurd kan worden op het exploitatieresultaat (kosten, opbrengsten, en het verschil daartussen). Dit betekent onder meer: het opstellen van een moederlijst van alle objecten, het inrichten van de administratie, het vaststellen van werkprocessen, de aanschaf van een vastgoedbeheersysteem en zorgen voor voldoende capaciteit.
Onder programma 5 is € 15.000 begroot voor een licentie op een vastgoedbeheersysteem en € 50.000 voor de inhuur van capaciteit.
Inzicht in inhuur
Inhuur is een complexe aangelegenheid. Er zijn allerlei soorten inhuur: (a) ter vervanging van zieke medewerkers; (b) voor de tijdelijke opvulling van moeilijk vervulbare vacatures; (c) voor een klus die specialistische expertise vereist, die we niet ‘in huis’ hebben; (d) voor kortdurende projecten, ter uitvoering van politieke wensen, waarvoor binnen de normformatie geen capaciteit is; (e) voor werkzaamheden die worden bekostigd uit een externe geldstroom waarvan de continuïteit onzeker is; (f) voor werk dat structureel is, maar ten behoeve waarvan er (nog) geen toestemming is voor uitbreiding van de normformatie, en waarbij we de wet overtreden als we het werk niet, of niet op tijd, verrichten – denk aan het afhandelen van aanvragen voor ondersteuning op grond van de Participatiewet of de Wmo.
Bij de jaarrekening 2016 bleken de uitgaven voor inhuur meer dan € 3 miljoen hoger dan voorzien, zonder dat de raad tussentijds was ingelicht. De wethouder verantwoordelijk voor P&O heeft naar aanleiding daarvan aan de raad toegezegd dat hij (1) hij in het vervolg de raad zal informeren als er meer wordt ingehuurd dan voorzien; (2) hij daarbij inzichtelijk zal maken waar de overschrijding heeft plaatsgevonden; (3) als er beleidsmatige keuzes worden gemaakt, die keuzes worden voorzien van de personele gevolgen die bij die keuzes horen. (T17/168). Om deze toezegging gestand te doen, is in de zomer van 2017 een project gestart om de inhuur beter in kaart te brengen. Het doel van dit project is om te zorgen dat we maandelijks een actueel inzicht in de inhuur hebben – zowel geboekte kosten, aangegane verplichtingen als prognoses tot het jaareinde. Het moet steeds duidelijk zijn waar er overschrijdingen zijn of dreigen, en om wat voor soort inhuur het dan gaat. Het college kan dan beter sturen op de inhuur die een gevolg is van incidentele politieke wensen, de directie kan beter sturen op de ‘bedrijfsvoeringsinhuur’ (borgen van de continuïteit van de lopende werkzaamheden).
Inzet op een datagedreven organisatie
De gemeente wil zich ontwikkelen naar een netwerkorganisatie waarin open data-uitwisseling een belangrijke pijler is. Data stelt ons in staat om beter te monitoren, te voorspellen, de effectiviteit van interventies te beoordelen, en te leren. Doelen van (ster)programma’s kunnen versneld worden gerealiseerd.
In samenwerking met drie marktpartijen maken we in 2018 een open data platform. Dit wordt de basis voor een Smart City ontwikkeling waarin bewoners, bedrijven en de gemeente met behulp van digitale technologie gezamenlijk werken aan een leefbare stad. Voor de gemeente zelf zal dat platform in eerste instantie vooral bruikbare informatie bieden voor de Omgevingswet en de sterprogramma’s Buurten, Centrum en Media. Eind 2018 zal er op het platform informatie beschikbaar zijn over buurtpeilingen, wijkmonitoren, buurtinitiatieven, projecten en de pilot Omgevingswet. De jaarlijkse kosten voor het platform bedragen € 60.000.
Op dit moment is er in onze organisatie geen centrale datastrategie, met als gevolg (1) te veel versnippering en (2) te veel éénmalig gebruik. We gaan een centrale dataomgeving opzetten met als uitgangspunt: éénmalige vastlegging, op zodanige wijze dat meervoudig gebruik mogelijk is. Dit vereist extra personele inzet in 2018, waarvoor we € 80.000 uittrekken.